vrijdag 29 maart 2013

De eigen giststam van brouwerij de Watertoren

Een brouwer kan zich onderscheiden door een eigen giststam te onderhouden. Bij commerciële brouwers worden gisten gebruikt die vaak een kenmerkende smaak aan het bier van die brouwerij geven. Denk hierbij aan de trappisten als Westmalle, Rochefort, Chimay en La Trappe, maar ook Weihenstephaner, van Steenberge, Duvel en ga zo maar door. Deze bieren hebben een smaak waarmee de geoefende proever de brouwerij kan aanwijzen. Er zijn commerciële gistbanken op universiteiten te vinden, waar op aanvraag een reinstrijk gehouden kan worden, maar dat is prijzig en het is veel leuker om een eigen giststam te isoleren. 

De bedoeling van het hier beschreven experiment is om een gist te vangen, te isoleren en op reinkweek te zetten en er vervolgens een proefbrouwsel mee te vergisten. Hiervoor zal er net als bij de bevruchting van een Lambiek, de gist uit de omgeving worden gehaald. Er zullen niet alleen gisten op het wort groeien, maar ook melkzuurbacteriën, azijnzuurbacteriën en schimmels. De kunst wordt nu om een gist te determineren en die rein te strijken. Geen gemakkelijke klus en hygiënisch werken is hier erg natuurlijk erg belangrijk. 

Met behulp van agar, moutextract, gistvoeding en hop is er een voedingsbodem gemaakt en gegoten. De hop zorgt ervoor dat melkzuurbacteriën worden geremd in de groei.  Na het stollen, zijn de platen buiten geplaatst tijdens een koude, heldere nacht. Dit is gelijk aan het proces van de lambiekbrouwers. 


 


De volgende dag zijn de platen binnen gehaald en wordt de deksel erop geplaatst. Na een dag of 2 is er groei te zien op de plaat. Nu zijn er al koloniën te zien die op gist lijken. Zoals hiernaast te zien is, zijn het hoofdzakelijk schimmels die door de lucht zweven. Na 4 dagen zijn de platen overwoekert door alle schimmels en andere organismen. 
Van de vermoedelijke gistcellen zijn er 2 stuks overgeplaat op een nieuwe voedingsbodem. De ene was een romige, witte kolonie. De ander was romig, maar een beetje minder wit. Van de laatste is het minder waarschijnlijk dat dit een goede gistcel is. Dit vanwege mijn ervaring met het uiterlijk van 'echte' biergisten op een plaat. 


Twee dagen na het overbrengen van de cellen op een nieuwe plaat, is het uiterlijk zoals hiernaast gepresenteerd. Dit is een zogenaamde
strijkplaat, waarbij er met een entnaald lijnen worden getrokken over de voedingsbodem. Bij de tweede, derde en vierde lijn, probeer je dwars door de laatstgetrokken lijn te trekken. Het is de bedoeling dat er dan losliggende koloniën ontstaan die dan op uiterlijk kunnen worden beoordeeld. Zoals je kunt zien, is dat niet helemaal gelukt. Tot nu toe lijkt er gelukkig wel maar 1 soort organisme per
plaat aanwezig te zijn. De volgende stap is om nogmaals een monster van deze platen te nemen en uit te strijken. Hiernaast is het resultaat te zien. De strijkmethode is beter gelukt dan de eerste keer.

 







De 2 platen hebben een duidelijk ander uiterlijk en de geur is ook anders. Tijdens een brouwsessie is er wat wort met een dichtheid van 1030 overgehouden, zodat met beide 'gisten' een test mee gedaan kan worden. Van elke plaat is een deel van de koloniën afgeschraapt en die in het wort overgebracht. Daarna zijn de flessen regelmatig flink geschud. Plaat A had een wat deegachtige geur, Plaat B was wat meer fruitig, appelig.Na een aantal dagen zijn er op fles A grove bellen te zien, die lijken op de taaie bellen die gist ook kunnen hebben. De geur is (melk)zurig, maar wel aangenaam. Er wordt duidelijk gas geproduceerd. Fles B heeft een ander uiterlijk: een vlokkerig oppervlak dat ook aan de zijkant van de fles blijft hangen. Het ziet er niet uit als gist. Deze ruikt ook niet aangenaam. Het is een geur als van een rode schimmel Franse kaas. Er komt geen gas vrij bij deze fles.

Het verschil wordt ook duidelijk uit het plaatje van de bewaarde petrischalen, waar de koloniën vanaf zijn gehaald. De koloniën zijn naar elkaar toegegroeid, dus het is niet zo duidelijk meer, maar A heeft een romig uiterlijk, B is droog en wat rood/oranje.

Om risico's uit te sluiten, zal stam B niet meer mee gebrouwen worden. De stam A wordt ook twijfelachtig.

 Hierna  zullen de cellen onder de microscoop bekeken worden. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten