Tot op de dag van vandaag heeft het vat dus nog geen druppel bier geroken. 'Het is toch
ook best een bak bier wat er in moet en om nou 50 liter bier te gaan brouwen, is ook best veel moeite'. O ja, is zo'n kastanjehouten vat nou echt wel geschikt? Straks heb ik 50 liter bier dat naar een vaatdoek smaakt! Er zijn voldoende excuses te vinden om er niet aan te beginnen. Maar weggooien, dat nooit! Aan de andere kant: ik heb eigenlijk alles in huis om makkelijk veel liters te maken en ook nog eens een potentieel goed smakend bier te brouwen. Dus zoals een grote filosoof ooit zei: Niet mauwen, brouwen!
Wat gaan we brouwen?
Via een kennis (laten we hem L. noemen), ben ik aan een aantal kilo moutstroop gekomen. Deze stroop is gemaakt met echte mout en is vrij donker, amberkleurig door het proces waarbij het water uit het wort wordt gehaald. Dergelijke stroop is al eens gebruikt bij een bier met steeping van mout en dat is een prima bier geworden. Hiermee kan van een moutrecept eenvoudig veel meer liters gebrouwen worden. Een brouwsel van 30 liter, wordt nu 55 liter. Deze moutstroop geeft flink wat kleur en langere suikers. Daarnaast schreeuwt het vat om een lange vergisting en daarom is de keuze op een Vlaams Bruin gevallen. Deze bierstijl vereist een lange lagering in vaten waarbij de complexe smaken zich zullen ontwikkelen.In de hoofdvergisting zal Wyeast Belgian Wheat worden gebruikt. Deze gist maakt veel esters en zoals ik het begrepen heb is de hoofdgist van bijvoorbeeld een Orval ook een fruitige, banaanachtige gist. De vergisting vindt eerst plaats in een apart vergistingsvat, zodat de gevormde gistkoek die bij de hoofdvergisting ontstaat niet in het houten vat terecht komt. Nadat het grootste gedeelte van de vergisting is gedaan, wordt het bier geheveld in het vat en gaat de Brett slurry erbij en zal er een langzame omzetting plaatsvinden. Voor een officieel Vlaams Bruin zal er na een aantal maanden nog melkzuurbacteriën bij gaan. Het hout van het vat is in bepaalde mate zuurstofdoorlatend en zolang er geen enorme scheuren in het hout zitten en de kopruimte beperkt blijft, zal de hoeveelheid 'funk' beperkt blijven. De Brettanomyces zal namelijk in aanwezigheid van zuurstof een meer uitgesproken smaak geven, met meer leer, boerderij en paardendeken.
De verschillen tussen de verschillende Brettanomyces stammen zijn niet heel groot, maar er zijn verschillen in de hoeveelheid paardedeken en fruitigheid. En dan zijn er ook nog verschillen binnen de stam afhankelijk van wie de betreffende stam heeft geïsoleerd. De Brett Trois staat bekend om zijn fruitige en milde paardendekensmaken. Brettanomyces produceert in het algemeen drie hoofdcomponenten: 4-ethyl phenol, 4-ethyl guaiacol en isovaleric acid. 4-ethyl phenol wordt verantwoordelijk gehouden voor de pleister en boerenschuur aroma's en 4-ethyl guaiacol voor nat, verbrand hout en kruidige geuren. Isovaleric acid en zijn bijkomende ester zijn soms erg fruitig, maar kunnen ook een ranzig karakter aan het bier geven. (Bron)
Het Recept
Het bier is op 29 mei 2014 gebrouwen volgens het onderstaande recept.
Aantal liters------- : 55 liter Gewenst begin SG---- : 1056
Brouwzaalrendement-- : 65 %
Totaal brouwwater--- : 88 liter
Spoelwater---------- : 28 liter
Maischwater--------- : 60 liter
Kooktijd------------ : 75 minuten
Berekende kleur----- : 47.7 EBC (Morey)
Berekende bitterheid : 16 EBU (Tinseth)
30% 4811 g Moutextract amber 18 EBC
43% 6896 g Pilsmout 3 EBC 3 EBC
10% 1603 g Caramunich 123 EBC
6% 962 g Maïsvlokken 1 EBC
6% 962 g Tarwevlokken 4 EBC
4% 641 g Special B 391 EBC
1% 160 g Carafa I 630 EBC
De moutstroop wordt 10 minuten voor het einde van het koken toegevoegd.
Cascade 150g 2 %az 75 min
De hop is 1,5 jaar geleden in een houten kist op zolder gelegd en is dus sterk uitgedroogd en verouderd. Het alfazuurgehalte is een schatting. De hop geeft in dit geval nog wel een antiseptische werking, maar veel minder bitterheid.
Hoofdvergisting: 3942 Belgian Wheat
In het vat: Brettanomyces Bruxellensis Trois (WLP644)
25m/62°C Maischdikte is: 3.74 L/kg
20m/73°C Maischdikte is: 3.74 L/kg
1m/78°C Maischdikte is: 3.74 L/kg
Na een paar weken op de gist, is het bier op 20/7/2014 op het vat gegaan. De geur rook sterk naar Dunkelweizen met kruidnagel en een sterke moutigheid. Het bier is nog vrij zoet. Het bier was verdeeld over 3 vaten, waarbij er eentje met de Belgian Wheat en brett is geent. Dit bier rook al een stuk minder zoet.
Omdat het hier niet om een spontane vergisting gaat, kan de volgorde van organismen worden gekozen. In het boek 'Wild Brews' wordt beschreven dat wanneer eerst biergist, daarna Brettanomyces en na een maand of 8 melkzuurbacteriën worden toegevoegd, het bier het meeste karakter krijgen. Door de verzuring door melkzuurbacteriën uit te stellen, heeft de Brettanomyces meer voeding en wordt deze niet gehinderd door de lage pH.
Het bier op het vat zal zeker een jaar moeten rijpen. Het idee is om daarna het vat deels te bottelen. Dit zal weer aangevuld worden met een (ander) wort. Een beetje zoals de Solera-manier, maar dan anders.
Hallo Gerb
BeantwoordenVerwijderenPrachtige beschrijving van het maken van een vlaamsbruin. Je beschrijft dat er na enkele maanden ook een melkzuurbacterie bij moet. Heb je dat ook nog gedaan?
Groeten
Ad
Hoi Ad. Dit bier is eergisteren gebrouwen dus nu is het aan het gisten met de biergist. Ik verwacht dat ik over een aantal weken de Roeselare blend toevoeg. Bij een van de vaten heb ik een Brett toegevoegd. Die vertoont een stuk minder heftige vergisting. Geduld is bij dit bier belangrijk.
Verwijderen